Bart De Wever heft in de Standaard een interessante bijdrage geschreven over de band die bestaat tussen tussen kunst en maatschappij (ik vereenvoudig). Deze handige politicus is ook een sofist / polemist. Hij hanteert met brio het gedachtengoed van Nietzche, Hoffmann, Wagner en Co.Terecht is hij de mening toegedaan dat L'art pour l'art als concept geen steek houdt en dat de autonomie van de kunst een mythe is. Kunst wordt inderdaad ook gedreven door de maatschappij die een return on investment verwacht voor haar betrokkenheid.
Deze vooropstelling is simplistisch omdat ze voorbij gaat aan het spanningsveld dat bestaat tussen kunst en maatschappij . De verhouding is alles behalve lineair en dat hoort ook zo te zijn. Eigenaardig dat hij niet verder uitwijdt over Jan Hoet die de kunstwereld is ingegaan als een iconoclast, een navolger van Rimbaud en een anti Berenson, Malraux, die meer " farceurs " waren niettegenstaande het nihil obstat van hun meesters .
De verhouding tussen kunst en maatschappij is dialektisch. Marcel Duchamps, Jackson Pollock of Rothko horen bij een" executie peleton " van idees recues. De kritiek op Tom Lanoye hoort vanwelfsprekend bij een debat maar ik volg De Wever niet in zijn provincialistische argumentering tegen een auteur die weigert ondergeschikt te zijn aan eender welke idelogie of hierarchie.
De poging tot recuperatie van de Leeuw van Vlaanderen is te pathetisch voor woorden, ook in de context van de nochtans critische argumentering met niveau van De Wever. Alleen het vaandel gesjoemel tijdens de Ronde van Frankrijk ontbreekt nog in dit anachronistisch gedachtengoed.
Wat De Wever impliciet nastreeft is een vorm van collaboratie, een soort Faustiaanse
verhouding tussen kunstenaar en betalende overheid of intrusief clientelisme (men denke maar aan Damien Hirst ( Ex Gagosian fokkerij) of Jeff Koons (Idem, Gagosian/David Zwirner) , de geldschieters , die in fine ook deel uitmaken van de geprezen maatschappelijke Gordiaanse knoop.
Kunstenaars moeten zich opstellen tegen inmenging van Staat of Galerij "uitbaters ".
Dit houdt niet in dat wij moeten teruggaan naar de voorbijgestreefde mythologie van de eenzame kunstenaar of van het banal "Niets is waar,alles is toegelaten".
Wij moeten wel de agressieve verleiders/kunstenaars ondersteunen, inhoudelijk bekritiseren , betrekken bij de algemene converatie,die verder gaat dan de benaming van een plein in Antwerpen. Belgie is een lelijk land ook omdat de maatschappij er liever de inmenging dult van notarissen en immobilien dan van kustenaars au sens large.
Ik hoop dat Bart De Wever, burgemeester van de meest controversiele en creatieve stad in Belgie, een ruimere dialoog aanzwengelt, waarin plaats is voor kritiek en globaal denken. Voorwaarde is dat hij het sui generis verband gaat inzien dat ergens bestaat tussen kunst en maatschappij, als een evoluerend gegeven en niet als een statisch ,doctrinair socio- economish onderdeel van zijn enge puzzle. Anders dreigt hij de kleine geschiedenis in te gaan als een " Narcisse de province".
No comments:
Post a Comment